donderdag 31 oktober 2013

Wens

Sommige avonden zijn een cadeau. Gisteren hielden we een selamatan. ’Selamat’ betekent letterlijk ‘het geluk’. Een selamatan is een dankmaaltijd waarbij je een wens mag doen. Deze Javaanse traditie heb ik van huis uit meegekregen.

De maaltijd bestaat uit gele rijst met zeven gerechten (bijvoorbeeld kip is een gerecht, groente is een gerecht). Je kunt het houden ter gelegenheid van een speciale gebeurtenis: een verjaardag of een trouwdag. De leden van mijn vereniging hielden een selamatan omdat we de naam van onze vereniging hebben veranderd. Waarom we dat hebben gedaan is een lang en minder fraai verhaal dat ik misschien een andere keer ga vertellen. Kort gezegd komt het erop neer dat onze naam is veranderd van Pamur Kombinasi naar PERMASIT.

PERMASIT betekent: Permainan Madura (Jago Tarong) Silat Tjimande (Tari Kolot Kebon Djeroek Hilir Banten). Het staat voor het Madurese Hanenspel dat we beoefenen. En los daarvan trainen we Silat Tjimande Tari Kolot. Dit zijn richtingen in de Indonesische verdedigingskunst. We hopen dat we met de naam PERMASIT een mooie nieuwe start kunnen maken.

Voordat je aan een selamatan begint moet je eerst een gunstige dag uitzoeken. Volgens de Javaanse kalender zijn bepaalde dagen geschikt om een wens te doen. Dat zijn meestal ook goede dagen om een bruiloft te plannen. Op de Javaanse kalender (genaamd Primbon Jawa) heeft elke dag een naam: pahing, pon, wage, kliwon, legi. Zo heb je bijvoorbeeld maandag pahing, maandag pon, etc. Vijf namen maal zeven dagen is dus in totaal 35 dagen. Na 35 dagen begint de cyclus opnieuw. De nieuwe dag begint al om 18.00u ’s avonds. Maandag pahing start dus al op zondagavond.

Een leerling van mij die hierin deskundig is, heeft uitgezocht dat donderdag pon 31 oktober een gunstige dag is. Deze dag begint op woensdag 30 oktober om 18.00u, vandaar dat we op die avond selamatan deden. Toevallig dat ik op een donderdag pon geboren ben en het ook nog Halloween is. Je doet namelijk een wens en je vraagt om hulp van de Almachtige Schepper. Voorouders in het hiernamaals worden daarbij ook herdacht. En ze zeggen dat in deze tijd, waarin ook Allerheiligen en Allerzielen valt, de overledenen bij ons zijn.

De selamatan was gepland bij een andere leerling in Tilburg, die zo aardig was om zijn huis ter beschikking te stellen. Er was een leerling die alles had gekookt. En mijn eerste assistent had een paar oudere pencak silatguru’s, tevens vrienden van mij, opgehaald: De heren Bax, Tulalessy en Umarella. De heer Umarella deed het gebed voor de maaltijd. Hij is haji, dat betekent dat hij als moslim op bedevaart naar Mekka is geweest. Daarom had ik gevraagd of hij dit wilde doen. Tijdens het gebed vroeg hij om vergeving, bescherming en geluk voor de vereniging.

Daarna konden we lekker gaan eten en vieren. Ik ben opgelucht omdat alles goed was gegaan.

zondag 20 oktober 2013

Een cijfer


Bij Omroep Brabant is er een programma dat heet: Een cijfer voor je leven. Het is een documentaire over ouderen die terugkijken. Als ik een cijfer voor mijn eigen leven zou mogen geven, dan is dat een 8,5.

Ik heb mindere tijden meegemaakt. Maar ik ben er ook steeds weer bovenop gekomen. Ik geniet van het leven. En dat komt vooral door de Seni Budaya Indonesia: de kunst en cultuur van Indonesië.

Zo kan het gebeuren dat ik op een gewone, doordeweekse dinsdagavond (17 september) ineens op het Stedelijk College aan de Henegouwenlaan in Eindhoven verzeild raak, samen met maar liefst negen van mijn leerlingen. We zijn uitgenodigd via een liefdadigheidsorganisatie, genaamd Stichting Hibiscus. En we gaan een demonstratie zelfverdedigingskunst doen en een jaipong-dans uit West-Java.

We doen dit omdat er 23 leerlingen van 4 havo en 5 vwo vanuit het Stedelijk College op uitwisseling gaan naar Indonesië. We willen hun alvast iets van de cultuur te laten zien.

Na het werk zijn de jongens meteen in de auto gestapt, in de file. Binnenkomen, snel omkleden en om half 8 kunnen ze het podium op. Gedurende een half uur wordt de Jago Tarong getoond door Gijs, Remco, Stephen, Marc, Anthony, Saroya en Mickelle. De Jago Tarong is het hanenspel dat ik als kind al in Probolinggo beoefende (zie de blogs over mijn jeugd). 


Ter promotie deden de jongens ook twee internationale verplichte lopen. Deze lopen zijn bedacht door de wereldbond van de pencak silat (Indonesische zelfverdedigingskunst). Deze wereldbond heet PERSILAT. Eerst kwam een verplichte groepsloop, zonder muziek en zonder wapens, maar met drie personen synchroon. Daarna kwam een solo, die voor een gedeelte ongewapend was en voor een gedeelte met een mes en als laatste een lange stok.

Iets later op de avond is er een West-Javaanse dans te zien door Arie, Irene en Mickelle. Om het geheel compleet te maken heeft Ine Wieringa van Stichting Hibiscus als afsluiting drie dames geregeld die Balinees kunnen dansen.

Het is na tienen. En het regent al de hele dag, maar toch stap ik met een vrolijk gezicht weer bij mij thuis naar binnen. Moe en voldaan. Het was een prachtige avond.

Inmiddels zijn de leerlingen van het Stedelijk College naar Indonesië geweest, naar Yogyakarta om precies te zijn. Van 26 september tot 6 oktober 2013 verbleef elk van hen in een lokaal gezin en ze hebben ook les gekregen op een school daar, waardoor ze inzicht kregen in het leven in Indonesië.

Bovendien komen er in 2014 Indonesische leerlingen naar Nederland. Dan zullen de Nederlandse leerlingen en hun ouders op hun beurt gastgezin zijn en zullen er interculturele activiteiten op het Stedelijk College worden georganiseerd. De school heeft ook een weeshuis geadopteerd en hiervoor wordt regelmatig geld ingezameld.

Dit alles vind ik natuurlijk geweldig, ik geef hiervoor een dikke 10. De leerlingen hebben een verslag geschreven over hun reis. Dit vind je onder de volgende link: leerlingenblog Indonesië


zondag 13 oktober 2013

Cultuurverlies

Vandaag de dag leven wij in een global village. De wereld is één grote stad geworden. Via de moderne communicatiemiddelen hebben wij contacten aan het andere eind van de wereld, waar en wanneer wij maar willen. Het is leuk dat op deze manier anderen onze cultuur kunnen leren kennen. Maar er is volgens mij ook een schaduwzijde.

Gisteren zat ik na de training weer koffie te drinken in een niet nader te noemen wegrestaurant. Een van mijn leerlingen, Gijs, rechts te zien op bovenstaande foto, vertelde over een You-Tube-filmpje met een demonstratie van onze vereniging PERMASIT, dat meer dan 1700 keer is bekeken. Je kunt het vinden via de onderstaande link:

http://www.youtube.com/watch?v=NJwEkr-PpGQ


Onder dit filmpje staat een bijzonder commentaar:

"Kenapa orang luar bangga dengan budaya kita tapi kita yg punya budaya berbondong2 meninggalkan budaya sendiri."

Vertaling: "Terwijl buitenlanders trots zijn op onze kunst, hebben wij, die deze cultuur zelf hebben, met z'n allen in drommen onze eigen cultuur verlaten."

Gisteren zat ik dus met een aantal leerlingen over dit bericht te praten. Er waren drie Nederlanders, een Surinaamse Javaan en twee Indonesiërs. De laatste twee zijn vanuit Indonesië naar Nederland gekomen om te studeren en om te werken. Zij gaven aan dat zij zelf ook ervaren dat de jongeren weinig aan cultuur doen. Ze staan er gewoonweg niet bij stil. Ze komen in Nederland en passen zich aan, misschien een beetje te snel. Zelfs het Indonesische eten wordt door velen vergeten: "te druk, moet snel koken, dan maar de hele week spaghetti". Natuurlijk zaten wij op dat moment in een fastfoodrestaurant, niet echt een goed voorbeeld. Ik dacht met weemoed terug aan de tijd dat ik elke woensdag en zaterdag na de training mijn leerlingen bij mij thuis uitnodigde en hun bijvoorbeeld nasi goreng voorschotelde.

De Surinaamse Javaan zei dat hij bij ons de verdedigingskunst is komen beoefenen, juist om terug te gaan naar zijn roots. Ik wil er graag zijn voor degenen die hun oorspronkelijke Indonesische cultuur willen behouden. Daarom omring ik mij graag met Indonesische jongeren die hier wonen, al dan niet tijdelijk. Ik hoop hun toch een beetje mee te kunnen geven, zodat ze hun eigen identiteit hebben. Of het nou gaat over de verdedigingskunst, over de muziek, het eten, de taal of de beleefdheidsnormen. Het omgaan met elkaar staat centraal.


Maar ook niet-Indonesische mensen zijn natuurlijk welkom bij mij. Als zij iets over Indonesië willen leren dan sta ik paraat, mits zij een eerlijke intentie hebben en geen commerciële of andere individuele doeleinden. Zo kunnen we deze mooie cultuur in zijn zuivere vorm toch preserveren en wellicht ooit terugbrengen naar haar oorspronkelijke plaats.

zondag 6 oktober 2013

Rennen door de modder




Soms denk ik: Was ik nog maar jong. Zoals afgelopen week toen vijf leerlingen van mij meededen aan de Mud Masters Obstacle Run. Dit is een evenement waarbij je een ruig hindernisparcours aflegt. Hiermee kun je geld verdienen voor een goed doel.

Hoe graag had ik deze 12 kilometer-loop met obstakels mee willen rennen met de jongens. Maar ja, op 85-jarige leeftijd heb ik helaas die krachten niet meer. 

Het hele idee van de Mud Masters is bedacht door mariniers. Het doet me denken aan 1948, de tijd dat ik op de politieschool zat in Sukabumi. In het heuvelachtige land met het tropische klimaat heb ik ook hindernisparcoursen afgelegd. Ons geweer moesten we meenemen. Nog steeds laat ik mijn leerlingen koprollen maken met een stok of een ander groot voorwerp in hun beide handen.


Als politieman moet je basisconditie altijd goed zijn. Wanneer ik agenten hier in Nederland zie lopen met een dikke buik, dan schud ik meewarig mijn hoofd: Dat was er in mijn tijd niet bij.

Gelukkig maar dat er nog initiatieven zijn zoals die van de Mud Masters. Op hun website kun je er alles over lezen: www.mudmasters.nl

Stephen, Hugues, Remco, Gijs en Marc hebben 180 euro opgehaald voor het goede doel: de kinderen in Brazilië. Kruipend onder prikkeldraad, klimmend, tussen stroomdraden door lopend, glijdend en springend in de modder: Ik ben er trots op.


Afgelopen zomer ging ik mee naar de Drunense Duinen. We hebben eerst gelopen door het mulle zand. Het was een hele klim voor mij om op een duintop te komen en toen ik daar neerstreek, was de echte training nog niet begonnen. Ik vind het belangrijk om in beweging te blijven. Ook al ben ik oud, ik kan altijd  nog een beetje looppassen en oefeningen doen. Dit doe ik elke ochtend: eerst ga ik hurken en opstaan, minimaal tien keer. Daarna pak ik mijn halters, soms beweeg ik ze zestig tot honderd keer. Als laatste ga ik rennen in de tuin, want dat is goed voor de ademhaling.

Oké, ik heb af en toe last van mijn schouders of mijn armen, toch kan ik het niet laten. Ik ben nou eenmaal een beweeglijk type. Ik zou iedereen, zeker als je al op leeftijd bent, willen aanraden om te doen wat je kan. Zolang het nog mogelijk is.