zondag 3 november 2013

1945-1947

Twee dagen na de Japanse capitulatie op 15 augustus 1945 roept Soekarno samen met zijn rechterhand Hatta op 17 augustus de onafhankelijke Republiek Indonesia uit. De Nederlanders weigeren dat te accepteren. Aanvankelijk komen de partijen tot een akkoord, maar als zij het niet eens worden over de uitleg daarvan, grijpt Nederland militair in. Bij deze politionele acties (1947-1948) gaat het er gewelddadig aan toe. Onder druk van het buitenland kan Nederland niet langer om erkenning van Indonesië heen en in 1949 wordt de soevereiniteitsoverdracht aan Indonesië getekend. (www.gahetna.nl)

In 1945 na de proclamatie werden wij als Indo's, waaronder mijn grootvader Tönjes, zijn tweede vrouw Smith, mijn grootmoeder van moeders kant (haar man was overleden) en ik, op last van Soekarno bij elkaar gebracht in de suikerfabriekwoningen van Bermi. Dat ging via een lijst waarop alle Indo's geregistreerd waren. De vrouwen apart en de mannen apart. Maar we werden bewaakt en we kregen eten. Ik heb het niet als negatief ervaren, mijns inziens was het geen slechte maatregel van Soekarno. Het was juist voor onze bestwil, want wie weet wat er anders met ons zou gebeuren: denk aan het vlagincident in september 1945 bij het voormalige Oranje hotel in Surabaya, dat eindigde in een bloedbad. Het werd toegestaan dat het Rode Kruis ons bezocht, hiervan kregen we ook steun en eten. We werden goed behandeld.

In Bermi heb ik nog getraind met Alex Prins, die ook in het kamp zat en bij ons uit de buurt kwam. Ook zijn vader was geïnterneerd geweest. Hij beoefende ook graag het hanenspel dat ik in Probolinggo had geleerd.


Na de overeenkomst van Lingaddjati in november 1946 gingen we naar Tulong Agung. Dit was een soort camping of kamp. Sommigen klaagden dat ze weer in een kamp moesten, maar ik begreep dat het voor onze veiligheid was en zag het niet als een internering. Ik ontmoette mijn vrouw. Zij was vanuit Kediri, waar zij vandaan kwam, naar Tulong Agung gegaan. We moesten een tijdje blijven, want het was te gevaarlijk om naar het toenmalige Batavia te gaan. Het bewind van Soekarno was inmiddels overgenomen door Nederland. Nederland zou voor de orde en rust zorgen. Ik was nog een jongen toen, wat wist ik ervan?

In Batavia werden we door het Rode Kruis ontvangen. Ik kon niet terug naar Probolinggo, omdat we daar geen huis meer hadden en alles bezet was door de Indonesische strijdkrachten van de TRI. Daarom werd ik samen met de anderen naar Surabaya gezonden en daar kregen we te horen waar we terecht konden. Mijn opa kon ergens in Surabaya terecht en mijn grootmoeder van moederskant ging met haar schoonzoon mee die militair was. Ik moest in Surabaya dienstplicht doen.

Het was medio '47. Ik was 19, leefde in een kazerne en ik probeerde maar te doen wat ik kon. Ik was ingedeeld bij de legertechnische dienst 83ste werkplaats. Sinds mijn dertiende was ik niet naar school geweest. Omdat ik een korte tijd ULO gedaan had, kreeg ik tijdens mijn dienstplicht de kans om de MULO te doen op de avondschool. Na mijn dienstplicht ben ik naar de politieschool in Sukabumi gegaan en hier heb ik de MULO afgemaakt.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten